travelogue-alaska-2019.reismee.nl

Arctic Circle and other amazing stuff

Gisteren was het absolute hoogtepunt van de trip tot nu toe, tenminste voor Rita en mezelf want we hadden een lange dagtocht geboekt naar de Arctic Circle. Motjes Inge en Cyn hebben ons naar een klein luchthaventje gebracht maar spelen voor de rest van de dag maar een bijrolleke in dit hele verhaal, haha. We zijn met een piepklein vliegerke (8 man) en een hennig menneke, Luke, naar Coldfoot gevlogen, halfweg tussen Fairbanks en Prudhoe Bay aan de Arctic Ocean. Het was een zalig vluchtje en het opstijgen was zelfs zachter dan met die ellendige Condor waarmee we naar Alaska gevlogen zijn. In het begin was de view gewoon een dikke grijze soep want we vlogen door de rook van die branden of course, maar na een tijdje hadden we een schoon zicht op de majestueuze Yukon en de gigantische toendra van het noorden. Het was echt indrukwekkend om al die weidsheid in volle glorie te mogen aanschouwen. Een wow-momentje dus. Na een uur landden we in Coldfoot, een truckstop voor al die bebaarde truckers die onderweg zijn naar de olievelden van Prudhoe Bay. Een paar barakken, een post office, een tankstation en een landingsstripke. Heel erg remote en wild. Wat dadelijk opviel, was de zalige blauwe frisse lucht want in Fairbanks waren we aan het kapotgaan van de rook. Het was er trouwens 28 graden. De naam Coldfoot suggereert nochtans dat het zo hoog noordelijk heel andere temperaturen hadden moeten zijn. We hadden een fleecebroekske en dikke jas meegesleept voor deze trip maar liepen daar dus rond in een t-shirtje, weird. Na een lunchke daar, stapten we in de bus om de lange tocht terug naar Fairbanks te beginnen over die heerlijk desolate Dalton Highway. Wie naar National Geographic kijkt, kent ongetwijfeld Ice Road Truckers. Dat is daar dus gefilmd. Heel die Highway is op 5 maanden tijd aangelegd, een echt huzarenstukje, maar het moest allemaal snel gaan want toen in 1968 olie was gevonden in Prudhoe Bay moest en zou dat kostbare zwarte goud zo snel mogelijk vervoerd worden naar Valdez via de legendarische Alaska Pipe Line. De Dalton Highway is speciaal aangelegd om allerlei spullen te vervoeren zodat die pijplijn kon worden gebouwd. Dat verhaal vind ik enorm indrukwekkend, want stel u voor in welke omstandigheden en door welk gebied dat ding gemaakt is. 23000 mensen hebben 3 jaar afgezien in de meest barre weersomstandigheden om zo maar effe 800 mijl pijplijn te bouwen, door Arctische wildernis, over 800 rivieren, 3 bergketens etc. Omwille van de permafrost hebben ze 400 mijl bovengronds moeten aanleggen, zeer indrukwekkend. Het is natuurlijk dubbel, die pijplijn, want er was ambras met de natives die hun ongerepte land ineens zagen veranderen in ne hoop commerce en chaos en ook met de milieubeweging die regelmatig de boel platlegden met een lawsuit. Die hele operatie heeft uiteindelijk 8 biljoen dollar gekost, ook niet niks. Maar anderzijds heeft die pijplijn Alaska op de kaart gezet en rijkdom en beschaving gebracht. Ge kunt u afvragen wat het belangrijkste is: olie of wildernis? We zaten alleszins in een heel ander Alaska, onbeschrijflijk uitgestrekt en wild, en dat gaf ons dadelijk dat gevoel waar we naar op zoek waren: het einde van de wereld, woeste natuur, vrijwel onbewoond en zo heerlijk puur (op die jaap van een pijplijn na) We hadden een goede chauffeur/gids - met een zeer irritante stem - maar daar kon het mens ook niks aan doen - die heel wat te vertellen had over de natuur, de oliepijplijn, de branden, de geschiedenis van het hoge noorden etc. We hebben zoveel gehoord en gezien dat het wat duizelde in ons kopke. We reden een heeeeeeel lange tijd door de toendra, een boomloos gebied met permafrost en een eigen unieke fauna en flora. Dat liep naadloos over in de taiga, met veel van die stekelkes en luciferboompkes. Ook speciaal en schoon. Dat werd tenslotte weer boreaal bos met veel meer groen en andere zichten. We deden oa een stop aan de Arctic Circle, een denkbeeldige lijn op 66° 33 N en het begin van dat stukske aardbol waar de zon nooit schijnt in de winter en nooit ondergaat in de zomer. Enfin, het is veel ingewikkelder dan dat maar laat ik het daar even bij houden. We poseerden allemaal bij dat Arctic Circle bord met een bolleke blauwe verf op onze neus. Want we behoorden plots tot de zogenaamde Blue Nose Society, de happy few die de Arctic Circle oversteken in Alaska. We zijn ook tot aan de pijplijn gewandeld om dat ding van dichtbij te bewonderen en om de toendra van dichtbij te voelen. Voor de rest was het een heel lange rit en die gids reed tergend langzaam met die bus, pfffff, maar we hebben wel 3 keer een moose langs de weg gezien en zowaar ne beer die op zijn dooie gemakske overstak. Dat hadden we in Denali gemist dus we waren wreed content! Een paar uur voor Fairbanks, werd de lucht weer enorm rokerig. Blijkbaar was de grootste brand van heel Noord Amerika dit jaar aan Hess Creek, en uiteraard passeerden wij daar. Duh! De brand had gisteren trouwens de highway bereikt en dan wordt er wel met man en macht geblust, dus we konden erdoor maar zagen links en rechts van die weg nog wat dingen branden en moesten ons gezicht bedekken want die lucht was niet te harden. Lang verhaal kort: we waren om half 3 ‘s nachts pas terug aan dat luchthaventje waar onze motjes heel schattig op ons aan het wachten waren. Zij hadden een chill dagje in Fairbanks waar ze pannenkoeken zijn gaan eten en wat hebben rondgetaffeld in Pioneer Park. De dag eindigde trouwens met een onweer en bakken regen, maar dat was hier broodnodig. Voor Rita en mij was het echt een dag om u tegen te zeggen. Waw. Vandaag hebben we weer een roadtrip dagje, 500 km naar ons volgende avontuur: een gletsjer wandelingske! To be continued....

Van Denali naar Fairbanks

Vandaag een “op het gemak, alles kan, niks moet” -dagje. We zijn dus rustig richting Fairbanks vertrokken, een easy ritje van ongeveer 200 km. We lieten alles gewoon op ons afkomen en waren van plan te stoppen waar we ons geroepen voelden, ergens een koffieke ofzo te drinken, ... maar er was geen enkele vorm van entertainment of horeca te bespeuren. We kwamen helemaal niks tegen dat het remmen waard was. In vergelijking met andere roadtrips in the land of the free, is dit stukje interior Alaska een beetje eentonig. Dat betekent niet dat het niet mooi is, verre van, maar helaas was het rooktapijt vandaag zo erg dat we zelfs de contouren van wat ongetwijfeld prachtige bergen moeten zijn, niet eens meer zagen. Het was soms een beetje alsof we in een grijs postapocalyptisch maanlandschap reden en dat is echt wel balen als ge zover vliegt om te genieten van de natuur en de gezonde lucht. We passeerden zelfs grote stukken afgebrand bos. Surrealistisch. In Fairbanks aangekomen, zijn we eerst naar een klein vliegveldje gereden want Rita en ik moesten onze fly and drive naar de Arctic Circle van morgen nog gaan bevestigen. Volgens de Anchorage Daily News is er vandaag zo een klein koekendozeke met vleugels neergestort (de 6 inzittenden hebben het wel overleefd) dus we hebben de statistieken aan onze kant voor morgen. We kijken er echt naar uit alleszins. Dan hebben we iets gedronken in een of andere saloon en wat rondgetaffeld in Fairbanks zelf, de tweede grootste stad van Alaska! Wij dus downtown en dat bestond uit welgeteld twee blokskes met een parkje aan de Nenana River, een stuk of 5 souvenierwinkelkes en wat shady barkes. Na een kwartier waren we erdoor, dus zijn we maar inkopen gaan doen om ons terug te trekken in onze blokhut. De locatie van deze blokhut, weliswaar weer heel erg gezellig en idyllisch gelegen in een boske, verdient ook een beetje uitleg. We zitten in een soort sociale woonwijk in het bos maar ge kunt u met de beste wil van de wereld niet voorstellen welke “huiskes” hier liggen. Zelfs een trailerpark in de Bible Belt met de grootste marginalen en miserie, is een niveau hoger dan hoe sommigen hier leven. Het zijn echt schroothopen met vervallen scheefgezakte stukken hout en metaal als blokhut, met ne hoop rommel, oud ijzer en een festivalwc voor de deur, ongetwijfeld bewoond door zware mannen met lange baarden die met de blote hand een zalm kunnen vangen. Onze woonst is wel proper en gezellig maar de buurt is een fragment uit Deliverance. In mijn verbeelding wordt hier op grote schaal illegaal alcohol gestookt en zitten er tussen de baardmensen een paar serial killers die zich hier verschuilen voor de arm der wet.... Gelukkig zitten er ook beren, haha. Er is ook een neighbourhood watch, dus we gaan alleszins met een heel veilig gevoel slapen...... Nu even genieten op onze zalige overdekte veranda met een koud drankje, wachten op de spaghetti die mijn motjes aan het koken zijn. Cheers!

Denali

Vandaag op het menu: Denali National Park, een must-do als ge de toerist uithangt in Alaska. Wij dus de grootste toer geboekt, de volledige 92 mijl met ne toerbus tot aan de eindhalte van de Park Road (enkel). Dat kwam neer op een daguitstapke van 13 uur in een bus met zo’n 40 Amerikanen, sommigen luid, heel voos en onnozel, anderen heel sympathiek en interessant. Het waren tenminste geen Aziatische toeristen met ballonnen, dus we zagen het zitten. Uitdaging was om “the big 5” te spotten: grizzly beren, Dall schapen, Caribou, Moose en wolven. Na amper een paar mijl riep er al iemand uit volle borst “moose”. Die chauffeur stampt dus op zijn rem en in de bus breekt een kleine stampede los: iedereen schaart naar zijne gsm, fototoestel, sommigen met een jaap van een lens erbij en leunt naar de kant van de bus waar die moose zou lopen. Het resultaat was niet bepaald foto van het jaar te noemen, maar we waren geprikkeld en hoopvol om nog veel meer fraais tegen te komen van dichtbij. En inderdaad, na een paar uur liepen er drie prachtige caribou vlakbij de weg en toen heeft iedereen natuurlijk het hart uit zijn lijf liggen fotograferen. Cyn en Inge hebben zelfs ne leuke selfie met ne caribou, very close. De lat van verwachtingen lag dus erg hoog vanaf dat moment. Opeens riep iemand “bears! “. Heel de bus werd wild en wij zagen na een tijdje een paar witte stippen tegen een berg die inderdaad leken te bewegen..... Misschien lag het aan het feit dat we Belgen zijn maar we begrepen de hele commotie niet zo goed. Gelukkig hebben we iets later grizzlys van redelijk dichtbij gezien, en dat is natuurlijk wel tof. Er zat een vrouw naast ons die het nodig vond om urenlang iedereen te entertainen met de meest oninteressante verhalen, vol enthousiasme gebracht met schelle stem. Rita heeft op een bepaald moment zelfs oorstopkes in haar oren gestoken want het werd gewoon ondraaglijk. Dat vrouwmens heeft misschien 5 keer geschreeuwd dat ze een beest zag, en dat was soms een witte stip tegen een heuvel, waarschijnlijk ne steen of een schaap, who knows, en soms ne vogel. Om een lang verhaal kort te maken: we hebben uiteindelijk de grand slam zoals ze dat noemen, gehaald want we hebben de big 5 allemaal gespot. Een van de witte stippen een mijl of 10 van de bus bleek een wolf geweest te zijn dus missie was geslaagd.... Enfin, het was desalniettemin een leuke dag, ook al duurde die trip een paar uur te lang en waren de beesten veel te veraf. De lunch aan de eindhalte was zeer verzorgd, gezond en lekker en de landschappen waren uniek en indrukwekkend. Tenminste als we iets zagen door de rook en mist wat helaas dikwijls niet het geval was. Het grootste deel van de trip was in boreale bossen en sub-toendra, en dat was wel de moeite. Maar wat het ultieme hoogtepunt van de trip had moeten zijn: Mount Mc Kinley van dichtbij in volle glorie zien schitteren, hebben we dus moeten missen omwille van die ellendige bosbranden. Hij was gewoon niet te zien. We zijn dat wel al gewoon van in IJsland (geen puffins, geen Sneffelsnessberg) maar aangezien die Mount Mc Kinley de grootste berg van heel Noord Amerika is, is het toch wel straf als ge erin slaagt zelfs die niet te spotten. Blijkbaar is dat een fenomeen waar we ons moeten bij neerleggen, maar we blijven proberen. En nu iets drinken.... it has been a very long day.

On the road: van Talkeetna naar Denali

Vanmorgen nog even lekker gerelaxt in ons zalige knusse houten huisje. Goed gemaft, lekker ontbeten, koffie in het zonneke off the beaten track, ... zalig. Dan on the road again, want het jeukt toch elke dag om telkens weer nieuwe indrukken op te doen. And itches have to be scratched, no? We hebben eerst wat rondgeslenterd in Talkeetna zelf, een historisch en authentiek laid-back dorpje met typische houten lodges, souvenirwinkelkes, een cannabiswinkelke waar ge zo high als een garnaal werd van gewoon effe rond te kijken, veel local art, een icekoffieke of milkshake in een hippie-achtig koffieshopke, overal beren en moose, zij het dan in opgezette vorm, kortom een gehuchtje dat ons wel bekoorde. De rit naar Healy/Denali was ongeveer 185 km, niet meteen overdreven veel, maar in Alaska gaat alles wat trager. Alles op het gemak, hier en daar een picture stop, en onderweg gewoon genieten van de views, de muziek en elkaars gezelschap. Na een tijdje kregen we de eerste blik op Mount Mc Kinley/Denali, de hoogste berg van Noord-Amerika, in ons gezicht gekletst. Indrukwekkend majesteus (6190 m hoog), onderdeel van de mooie Alaska Range. Helaas was de rookontwikkeling van al die bosbranden vandaag extreem aanwezig zodat we meestal eerder contouren zagen. Er zijn momenteel blijkbaar maar liefst 100 actieve branden aan de gang, uiteraard in de gaten gehouden, maar toch: we hadden echt last van de slechte lucht en waren compleet omsingeld door rook. We zijn even gestopt aan de Denali Boardwalk, een toeristisch strookje souvenirwinkelkes etc aan Denali National Park. We zijn nu wel vrij kritische toeristen die niet direct plat gaan voor de zogenaamde authentieke lokale materialen en kunst, echte jade van Alaksa, mineraal zus en zo van de Athabasca Indianen, ivoor van de eskimo’s, echte klauwen van een grizzly,.... yeah right, maar we vonden het wel een beetje beledigend dat de kartonnen dozen met reserve-spullen voor de winkelkes in volle zicht stonden met in koeieletters “made in China” erop. Duh! Enfin, we hebben altijd wel lol in de maffe kantjes dus whatever. We zijn uiteindelijk door de mistige rook aan onze volgende cabin geraakt, toepasselijk de cozy bear genaamd, en dat is een heel proper en praktisch gezellig ding, een klein half uurke rijden van de hoofdingang van Denali National Park. We zijn net lekker gaan eten en zijn nu aan het relaxen aan onze cabin. Ik voel zowaar een typische uitdrukking van hier opborrelen: I am bearfooting! Dat betekent zoveel als: ik verlies mezelf hier in het moment, besef niet welke dag het is en het kan me helemaal niet schelen! Dat is het streefdoel van een trip naar Alaska blijkbaar. Yeah, I like it a lot! Nu ga ik mijn reisgenootjes vervoegen op onze veranda, nog even chillen en dan vroeg slapen, want morgen hebben we een heel lange dagtrip in Denali National Park zelf. Daar kijken we echt naar uit! Over and out for now....

On the road.... Anchorage to Talkeetna

Vanmorgen hebben we Anchorage en dat reppetig appartementje al vroeg verlaten. Eindelijk on the road! Onze eerste stop was Lake Eklutna. We kwamen eerst een Russisch orthodox kerkske en kerkhofke tegen, cute. In 1867 hebben de Russen Alaska namelijk verkocht aan de Amerikanen voor een peulenschilleke (ik heb het ook maar net gegoogled :-) Na ettelijke mijlen op ne verlaten bosweg richting nowhere, dook er plots een lang houten barakske op, geverfd in blauw, roze, geel etc: een ijscremezaakske! Was beetje hallucinant en maf, dus we vonden dat geweldig en hebben dan maar een ijsje gekocht om 10 uur ‘s morgens. Uiteindelijk kwamen we aan dat meer, prachtig genesteld tussen beboste berghellingen, heerlijk ijsblauw en zeer verlaten. Dat is het pure Alaska: weidsheid, rust en natuurpracht. We werden direct helemaal zen maar hadden ook enorme dorst want het is hier een serieuze hittegolf’. Normaal zou het hier nu rond de 17 graden zijn, maar het is er 33! Duh! De Alaskanen zijn helemaal van hun melk en beginnen zelfs in de klimaatverandering te geloven.... Anyway: wij dus op zoek naar de eerste de beste saloon, wat op zich al best een uitdaging is want veel komt ge hier echt niet tegen. We vonden er zowaar ene in Palmer. Een typische bruine saloon met een bejaarde vriendelijke baardmens achter de toog en heerlijke ijskoude bierkes. Na een paar mijl terug on the road hadden we echter al opnieuw dorst (hittegolf, remember) dus zijn we in het volgende dorpke, Wasilla, een kroeg met een louche ondertoontje en een dozijn oververhitte Alaskanen binnen gevallen. Het is altijd zo heerlijk om op een nasaal toontje te converseren met die mensen. Ze zien er ruw en onverzorgd uit (uitspraak van Cyn en Inge: ik voel me hier een lelie op ne mesthoop) maar ze zijn echt supervriendelijk en behulpzaam. Ze zouden zelfs een hoog knuffelgehalte hebben als ze er wat verzorgder zouden uitzien. Vlak voor onze bestemming moesten we plots stoppen want daar lag weer ne saloon, knal aan de weg. Daar hebben we in alle chill wat geknabbeld en gedronken. Een Coors of course (alweer ons Cyn). Een echt rustig vakantiedagske, heerlijk. Nu zitten we in ons supercute peperkoeken boshutje, kilometers van de hoofdweg, omgeven door duizenden bomen, beren en ander fraais. Ge krijgt hier trouwens geweldig advies over beren: wees alert, maak lawaai, ga niet alleen het bos in, maar als ge toch ne beer tegenkomt, kijk hem dan rustig in de ogen, spreek met kalme stem, duh. Meestal gaat hij dan weg en als dat niet het geval is: vecht dan met hem (I kid you not). Enfin, hopelijk moeten we nooit uittesten of deze wijze raad enigszins helpt. Maar beren of geen beren, we zitten hier op een ongelooflijk zalig lapke Alaska. Ook al mis ik een klein beetje de lichtjes knisperige kou in de lucht die er eigenlijk had moeten zijn. Nu loopt het zweet de hele dag van onze rug en dat vloekt een beetje met het beeld dat wij hebben van Alaska. En uiteraard blijven we ook niet gespaard van de muggen, die ellendige rotbeesten die hier - zoals alles- veel groter en dikker zijn dan bij ons. Ze worden hier niet voor niks de Alaska state bird genoemd. Er zijn 35 soorten van die pestmuggen en er komen naar schatting 17 triljoen! muggen per jaar uit (google again). Voila, ik ga terug op ons terraske zitten met mijn motjes en genieten van de rust. Rita heeft alvast haar berenfluitje rond hare nek gehangen, haha. Sleep tight....

Anchorage, part 2

Vandaag heel erg vroeg, heel erg zen en op het gemakske Anchorage verkend. Leuk stadje, dat vooral erg mooi gelegen is tussen wat bergen (die nu helaas amper te zien zijn wegens al die bosbranden) en de Cook Inlet. We zijn de dag gestart in een schoon boske/parkske net buiten de stad, Earthquake Park, waar we een stukske van de Tony Knowles Trail hebben afgetaffeld. Helaas zit er iemand in ons gezelschap met ne kapotte voet, dus een uit de kluiten gewassen hike zat er niet echt in. We hebben onderweg een paar schone views op de skyline van Anchorage gezien die helemaal niet lijkt op die van andere Amerikaanse steden. Kleiner, compacter en zonder wolkenkrabbers. We zijn ook nog effe naar Lake Hood gereden om naar een massa watervliegtuigskes te gapen aan de grootste waterlandingsbaan ter wereld. We zijn er zelfs in geslaagd effe te rijden op een landingsbaan zonder dat we het in de gaten hadden. Cool. Dan downtown in. Stelt ook niet veel voor qua oppervlakte en aanbod maar het is wel gezellig en lekker compact. We hebben dan maar de toerist uitgehangen: wat rondkuieren in giftshops tussen honderden pluchen moose en beren, ijskoude pintjes gedronken in het Hardrock Cafe, een rendier hotdog gegeten, en gewoon genoten van wat rond te loeren. Uiteindelijk zijn we terug effe de stad uitgereden naar Beluga Point waar ge Beluga’s kunt spotten. Wie onze IJsland blog heeft gevolgd vorig jaar, ziet de bui waarschijnlijk al hangen: we hebben er gene ene gezien, haha. We hebben daar wat rondgelummeld op dat strandje tot ik onverwachts de grond werd in gezogen, letterlijk, als in een moeras mijn twee voeten kwijt in een hoop kleverige leemachtige modder. Ik heb met heel veel moeite mijn voeten en mijn kostbare flipflopkes kunnen redden, mijn eergevoel helaas niet want het zag er allemaal behoorlijk belachelijk uit, maar het was even spannend en een vettige knoeiboel. Nu zijn we aan het relaxen in ons knusse (not) appartementje: muziekske, wat koken, aperitiefke, .... een zeer aangenaam dagje in zeer aangenaam gezelschap.

Anchorage

Gisteren een heeeeeeel lange reisdag gehad: lange rit naar Frankfurt en dan een vlucht van ongeveer 10 uur naar Anchorage, Alaska. Condor is zeker gene aanrader om de oceaan mee over te steken, pffff, ze boden welgeteld ene gratis film aan die gene hond interesseerde en zelfs als ge 9 euro bijbetaalde was het aanbod aan entertainment beschamend. En dat eten, haha. Vliegtuigkost hoeft niet noodzakelijk een culinair hoogstandje te zijn, maar een paar verdroogde smaakloze pastabrokken en worstjes die op de haarballen van Rafa leken, konden ons zeker niet bekoren. We waren dus heel blij dat we konden landen in Anchorage! Op een welverdiend sigaretje moesten we helaas nog een tijdje langer wachten. De douanecontrole in de good old US of A is er tegenwoordig los over. We hebben misschien 5 keer onze pas moeten laten zien, vingerafdrukken moeten geven, een bodyscan, twee foto’s en dan stond daar uiteindelijk vlak voor de uitgang nog een mens dat wou weten of we iets hadden aan te geven, grrrrrrr. Het houdt de werkloosheidscijfers wel laag natuurlijk maar ge kunt u serieus de vraag stellen wat die mensen in godsnaam staan te doen. Op zoek naar onze huurauto dan maar. Lang en vermoeiend verhaal maar na wat gegrommel en onderhandeling een sjiek resultaat: een dikke vette zwarte Ford Explorer. Rita slaagde erin om in plaats van de exit te nemen, boenk de garage op te rijden via een paar scherpe bochtjes waar die kar amper tussen raakte. Maar na die vuurdoop was het een eitje voor haar om Anchorage in te rijden. Het was trouwens 26 graden gisteren, en dat zijn ze hier ni gewoon. De volgende dagen wordt het zelfs 31, pff. Om wat afkoeling te zoeken moet ge dus ook al niet meer naar Alaska komen. Onze eerste ervaring met airbnb valt ook beeteke tegen: een ranzig, vies, vettig, bouwvallig appartementje in een verpauperde buitenwijk. Maar we waren zo moe dat het ons weinig kon schelen. We zijn wat gaan winkelen, rap iets gaan eten en dan strike. Uiteraard zijn we compleet ontregeld, en omdat Rita en ik al slechte slapers zijn, liggen we hier te tokkelen om 3 uur in de nacht. We zijn wakker geworden van een brandluchtje, duh, want door al die bosbranden van de laatste weken hangt er een vettige waas rond de stad. Gelukkig is er nergens een brand te bespeuren in de stad zelf. Voorlopig lijkt alles onder controle....... Ik ga nog wat proberen te maffen want mijn reisgenootjes knorren nog. Straks een dagje Anchorage voordat we aan ons roadtripke beginnen. We hebben er goesting in!

Welkom op onze reisblog!

Welkom op onze reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van onze avonturen en mee te genieten van de prachtige natuur in Alaska!   Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar we rondhangen en wat we allemaal hebben gezien en meegemaakt.  

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor onze mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

We kijken uit naar reacties, uitingen van jaloezie en bewondering of dankbaarheid dat we dit met jou willen delen....

Sympathiek dat je met ons meereist!

Groetjes,

Sally, Rita, Cynthia en Inge