travelogue-alaska-2019.reismee.nl

Moose Pass

Met spijt in het hart hebben we ons huizeke in Homer met dat schitterende uitzicht vanmorgen verlaten om de rest van het Kenai Schiereiland te verkennen. We zijn gestopt in Soldotna, maar daar was geen sik te zien. We hebben effe halt gehouden aan een Russisch-Orthodox kerkske maar als ge ne foto van dat ding hebt genomen, staat ge daar verder ook maar te schilderen, dus hebben we effe een omwegje gemaakt naar Kenai, een stadje met ongeveer 7000 inwoners. We dachten daar wel wat leven te vinden en het vrouwke in het visitor center vertelde ons met veel enthousiasme wat Kenai allemaal te bieden had: old town had een rijke cultuurhistorische geschiedenis, het stadje lag aan de Ring of Fire met 3 actieve vulkanen, en er waren schitterende wandelroutes en wildlife viewing. Dat laatste klopt helemaal, en dat is ook waarvoor je naar Alaska moet komen: natuur, natuur en nog eens natuur! Maar voor veel cultuur of wat shoppen, kiest ge beter een andere bestemming. Die old town bestond uit een paar houten huiskes uit de jaren stillekes en die vulkanen kon ge amper zien vanwege de mist en rook. We zijn tot nu toe goed gespaard gebleven van die bosbranden op Kenai want hier is begin juni de miserie begonnen en het brandt op sommige plekken nog altijd, maar vandaag hebben we toch terug door een strook vol afgebrande bossen en nieuwe rookpluimen gereden. Omdat we in Kenai onze meug of andere interessante dingen ook niet vonden (op een saloon na) zijn we maar ineens doorgereden naar Moose Pass waar we onze laatste nacht doorbrengen op het schiereiland. Morgen nog een wandeling doen in het bos hier vlakbij, misschien kunnen we eindelijk die berenspray eens uittesten, haha, en dan terug naar Anchorage. Nog 1 nachtje in de buurt van de luchthaven en dan zit het er weer op, dit roadtripke. Ik verheug me al op de film en het eten in die vlieger, pfffff. Anyway’: als ik Alaska mag samenvatten in een paar woorden: adembenemende natuur, rust en stilte, weidsheid, zen, heel vriendelijke mensen en het ruige wildernisgevoel. Mijn absoluut favoriete uitdrukking: bearfooting! I love it. Ik geef nu graag de spreekwoordelijke pen door aan mijn motjes zodat zij hun indrukken van Alaska ook even kunnen ventileren (en ik op mijn gemak een ijskoud pintje op de veranda kan gaan sippen). Bedankt om onze belevenissen tijdens dit roadtripke mee te volgen. Zondagavond (Belgische tijd) zijn we terug thuis. Over and out......

Bedankt voor de spreekwoordelijke pen, motje. Inge hier aan het woord.Bij het samenvatten van mijn impressies kan ik niet anders dan terugdenken aan de schitterende landschappen en uitgestrekte vlaktes waar we hier getuige van zijn geweest. Alles is hier ongerept en puur natuur...en dan heb ik het niet enkel over de fauna en flora maar ook over de levenskunst van de locals en de reizigers die te gast mogen zijn in dit prachtige land. Ruig, maar met een blanke pit, zeg maar. Ik heb genoten van vrijheid, van rust, spontaniteit, en ik ben soms weggedroomd. Verder heb ik me verbaasd over hoe mensen het klaarspelen om hier een leven op te bouwen, wanneer je je bijvoorbeeld realiseert dat de eerstvolgende supermarkt een paar honderd mijl verderop te vinden is. Elke dag inkopen doen in de Delhaise zit er hier niet in. Alles is hier een trapje lager, tot op het randje van het ondenkbare voor ons, maar het zal de plaatselijke bevolking een worst wezen. Hier geraak je niet zomaar verzeild. Voor wie hier zijn thuishaven heeft gevonden, is dit een bewuste keuze, waarbij respect voor de natuur, mens en dier hoog staat aangeschreven. En dit maakt dit land een stukje wereld waar ik ben van gaan houden. Bedankt Motjes om deze schitterende reis samen met jullie te mogen meemaken!

Mama Rita nu: wat me op de eerste plaats bijblijft, is de weidse, ongerepte natuur. In Alaska denkt men hoofdzakelijk aan de fauna, flora, biodiversiteit en ze laten de natuur echt natuur zijn. Ik had eigenlijk verwacht meer dieren van dichtbij te zien, maar ben toch blij dat ik geen moose heb omver gereden.... Wat me hier heel erg aanspreekt is het levensritme. De mensen zijn heel vriendelijk en rustig en jagen zich nooit op, ondanks het feit dat ze een hard leven hebben. De meesten lijken op een stort te wonen en verzamelen precies van alles en nog wat maar ze gebruiken ook alles. Veel mensen ziet ge hier wel niet, ik vraag me af wat die allemaal doen. Voor jonge mensen zal het wel heel moeilijk zijn om hier te leven, tenminste die indruk heb ik. Ik zou hier niet kunnen leven, hoe mooi het hier ook is. Ge moet uit heel goed hout gesneden zijn om hier te kunnen overleven !!

En tenslotte motje Cyn: Wat een zalige vakantie!! We hebben op een compleet ander ritme geleefd dan thuis! Het gaat weer aanpassen worden in la petite Belgique. Met de hittegolf in het vooruitzicht wordt het blijkbaar weer terraskesweer met een koele frisse pint. Een pint...in Alaska.... het heeft wat voeten in de aarde om eraan te komen. Onder de 21 jaar sowieso strafbaar om eraan te lurken, maar in Alaska moeten 4 volwassen dames met een gezegende leeftijd ook hun ID laten zien. De eerste keer streelde dit ons ego, ha ja, we zien er precies nog piepjong uit! Maar na enkele keren werden we er toch een beteke ambetant van. Ga je even met 2 naar de liquorstore en ene heeft zijn ID bij en de andere niet,vergeet het,he... no booze!! Oppassen dat ik straks in de Delhaize in Munsterbilzen niet mijne pas laat zien aan de kassa,haha ! Voila,ik ga er mij nog eentje opentrekken en nog even genieten van het prachtige uitzicht. Fijn dat jullie allemaal onze uitspattingen hebben meegevolgd hier in dit prachtig stukje wereld! Sante en tot binnenkort. X

Homer

Zoals de locatie van ons huizeke gisterenavond al deed vermoeden, is de ligging van het stadje Homer ECHT fantastisch. Het lijkt wel een pop-up postkaart als ge Homer binnenrijdt op die Sterling Highway. Die eindigt hier trouwens (letterlijk aan Lands End) want Homer ligt aan het zuidelijkste puntje van het Kenai Schiereiland, aan de Kachemak Bay met zijn turqoise glinsterende water en met een hele rij gletsjers en vulkanen van het Kenai gebergte in de rug. We hebben eerst wat rondgelummeld in downtown en old town, want Homer staat hier bekend als een alternatief kunstenaarsstadje met vele galerijkes en winkelkes. Daar hadden we meer van verwacht, maar blijkbaar zijn wij teveel gewoon en weten de Amerikanen niet beter. Maar toch: van alle steden en dorpkes in Alaska is dit wel degelijk het meest levendige en bruisende stadje en als ik ooit naar Alaska zou emigreren, zou hier ongetwijfeld mijn huizeke liggen, ergens diep in de heuvels met zicht op die zalige baai en gletsjers. We hebben wat rondgewandeld op Bishops Beach en de schoonheid en weidsheid van de omgeving zo diep opgesnoven dat we hopelijk nog wat over hebben om aan terug te denken on a rainy day. Vervolgens zijn we naar Homer Spit gereden, een landtong van 4 mijl die het kloppende hart van dit stadje is. Ge kunt van hieruit allerlei excursies doen zoals beren kijken, heilbot en zalm vissen, met een watervliegtuigske over die gletsjers scheuren, wildlife en vogels gaan zien etc. Wij zijn gewoon vis gaan eten en die was ferm lekker. We hebben wat rondgekuierd in al die winkelkes en uiteraard moesten we iets gaan drinken in de Salty Dawg, een legendarisch oud cafeke met een origineel interieur en een hevige blondinemet ballen achter de toog. Daar moogt ge ook echt geen seut achter de toog zetten, want al die ruige vissers komen daar chillen na een lange werkdag en er wordt serieus wat sterke drank geschonken aan een heel snel tempo. Om de namiddag af te sluiten, zijn we aan Lands End nog even het strand op gegaan. We hebben vandaag schitterend weer cadeau gekregen, een warm zonneke en helblauwe hemel na een paar dagen regen, dus we wilden graag vroeg terug zijn in ons huizeke om te genieten op onze veranda. Beter kunt ge echt niet zitten, en meer valt er niet te zeggen, dus bij deze....




A little piece of heaven in Homer

Vandaag hebben we op ons gemakske ontbeten, no rush at all. In een rustig tempo zijn we van Seward richting Homer vertrokken, ongeveer 300 km verder. Deze dag on the road gaf ons uitgebreid de gelegenheid om te stoppen waar en wanneer we wilden, want het was de bedoeling het hele Kenai schiereiland wat te verkennen. Dat schiereiland ligt in het zuiden van Alaska, tussen de Cook Inlet, de Prince William Sound en de Golf van Alaska! Ik kan me weinig mooiere plekjes voorstellen waartussen ge genesteld kunt liggen. Na een kwartierke rijden, stonden we aan het vertrekpunt om naar de Exit Glacier te wandelen, onderdeelke van de gigantische Harding Icefields. Een mijl door het bos en ge zag die schitterende gletsjer daar weer liggen imponeren. We raken niet uitgekeken op die dingen. In het visitor center kregen we nog maar eens beeradvies: met een zwarte beer moet ge vechten. Maar als ge een grizly ontmoet, moet ge doen alsof ge dood zijt, en als hij u begint op te eten, moet ge ook vechten, haha. Dat staat daar echt zo, I swear. Ik weet nog altijd niet of dit advies een staaltje Alaskaanse humor is of een bloedernstige tip. We zijn helaas nog steeds geen beer tegengekomen, dus we zullen het nooit weten. In Moose Pass hebben we een koud drankje genuttigd, weer alles heel erg chill. Bearfooting again! Opvallend op Kenai Peninsula is dat dit stukje Alaska heel wat meer elegantie uitstraalt dan het bewoonde binnenland. De huisjes zijn veel properder, er zijn minder bergen van oud ijzer en verrosselde rommel en in de winkelkes staan zowaar andere mensen dan mannen met lange baarden en vuile jeansbroekskes. Het is hier ook opvallend drukker, waarschijnlijk gewoon omdat er meer te zien is in die gehuchtjes en omdat de natuur er heel toegankelijk en supermooi is. We zijn ook gestopt in Soldotna, een redelijk bedrijvig dorpke (naar Alaskaanse normen). We zagen langs de kant van de weg een ongelooflijk kitscherig winkelke dat meer op een schroothoop en vuilnisbelt leek en waar ge niet uitgekeken raakte op de prullaria die daar tentoongesteld waren. Wij daar dus binnen uiteraard. Tot onze grote verbazing werden we onthaald door een doorsnee jong meiske en een heerlijk bommake dat heel happy was te horen dat we uit Belgie kwamen. We moesten haar gastenboekske invullen en ze liet heel fier zien dat er ooit nog andere Belgen in haar winkelke geweest waren. Dat shopke bleek uiteindelijk vrij groot te zijn en ge kon daar alles kopen wat ge u maar kunt indenken: beeldjes van indianen, beren en Jezeke, juwelen, verroeste pannen, vogelkooien met bloemen in, een verroest autowrak met kerstlampjes, beschilderde cariboehorens, mini bijbelkes, nummerplaten, boekskes en prentkaarten, kruisbeelden, vergeelde poppen met een arm af of een oog uit, berenklauwen,.... zalig om daar wat te snuisteren. Voor de rest hebben we niks spectaculairs te melden. We hebben nog gezocht naar een saloon onderweg maar die zijn we helaas niet meer tegengekomen. We liggen nu te relaxen in ons nieuwe huiske voor 2 nachten in Homer en dat is echt een stukske hemel: een keigezellig houten huis, groot, met twee badkamers, een ferm keuken, een ligbad, een veranda met zicht op bossen en gletsjers, ...... we zijn heel contentdat we hier nog wat kunnen rusten en genieten en dat gaan we nu dus doen! Cheers....

Kenai Fjords National Park

In een enigszins euforische roes mag ik vandaag mededelen dat we een heus historisch moment hebben beleefd: onze jaarlange queeste naar een puffin is geschrapt van onze bucketlist!!!! Na de traumatische puffin-affaire in IJsland vorige zomer hebben we in Alaska eindelijk die beestjes live mogen aanschouwen. We zijn er niet goed van en zijn nu naarstig op zoek naar een nieuwe missie..... Anyway, we hebben vandaag dus de Kenai Fjords tour gedaan, een boottochtje van alweer 6 uur in de Golf van Alaska. Ik val in herhaling, maar het was weer adembenemend mooi en geweldig om daar rond te dobberen. Enfin, dobberen, het is te zeggen, onze Captain was een hevige Alaskaanse deerne met de naam Sherry en ne hele zware voet. Die gaf tussenin te menens plankgas, ni normaal. De crew begon spontaan aan iedereen kotszakjes uit te delen en toen ik even rondkeek naar de toestand waarin de meeste van onze medepassagiers zich bevonden, begreep ik meteen waarom. Ik heb alle kleuren en tinten zien passeren op die gezichten, van mooi gebruind naar bleekjes naar spierwit en zelfs grijzig. Menig toerist heeft gretig van die zakjes gebruik gemaakt. Sherry minderde alleen wat vaart als ze dacht een of ander beest te spotten. Dat kondigde ze dan steevast aan met de nodige droge humor zodat we ons fototoestelleke konden uithalen. We hebben eerst van heel dichtbij twee zeeotters zien voorbij dobberen. Die lagen op hun rug heel chill naar ons te gapen met een blik van “duh, weer toeristen” en lieten zich op hun dooie gemak lustig fotograferen. Er zat ook ne Bald Eagle sierlijk te poseren op ne paal in het water, maar dat beestje moest duidelijk de spotlight afgeven aan die zeeotters. Onderweg passeerden we uiteraard ne hoop zalige inhammekes, zwarte imposante bergen, zeeleeuwkes, en dan opeens..... PUFFINS! Omg, we waren net aan het lunchen en lieten alles vallen toen ons Sherry het woord puffin uitsprak. We renden lijk kiekens zonder kop naar dat dek en zijn beginnen fotookes trekken alsof ons leven ervan afhing. Helaas hadden wij zo geen dikke lens bij maar Inge is er toch in geslaagd zo een schattig puffinneke van dichtbij te trekken. En het beestje had nog ne vis in zijne bek ook. Too good to be true. Waarschijnlijk begrijpt geen kat onze kinderlijke opwinding, maar die puffin is zo een van die dingetjes onder ons, en nu kunnen we dat hoofdstuk afsluiten. Dan kwamen we ineens aan weer zo een ongelooflijk parelke van ne gletsjer, de Holgate Glacier. Gelukkig was het een beetje bewolkt, want dan komen die witte en ijsblauwe kleuren nog veel beter tot hun recht. Sherry legde zowaar haar schip stil en heeft daar bijna een half uur liggen dobberen zodat iedereen kon genieten van die gletsjer en naar het afkalven van ijs kon luisteren. Very impressive, echt waar! Ondertussen schepte de crew wat van dat ijs op met een netteke. De helft werd gezuiverd om te gebruiken bij de drankjes en een dik blok ervan kon ge in uw pollen houden om te poseren met de moedergletsjer op de achtergrond. Lijkt misschien wat voos en toeristisch maar we voelden ons toch een beetje fier omdat we nu eenmaal gek zijn van die imposante gletsjers. Volgende stop was een baaike waar walvissen komen eten, dus daar hebben we ook even rondgedobberd en inderdaad, we hebben die kolossen voor een stuk kunnen bewonderen, zij het dan enkel hun zwiepende staarten. Was op zich al leuk, en we waren nog altijd zo van ons melk van die puffins dat we chronisch content waren. Dat was in een notendopke onze cruise. Geslaagd dus, in alle opzichten! Nu zitten we aan de aperitief in onze cabin in the woods. Mama Rita is aan het kokerellen, we zijn chill en happy people! Puuuuuufffffffiiiiiinnnnnn!

Ferry to Kenai Peninsula

Vandaag hebben we op het gemakske gebruik gemaakt van de Alaska Marine Highway System, een ferryritje van bijna 6 uur, om van Valdez naar Whittier te gaan, los door de Prince William Sound. Dat is weer een van die parelkes op onze aardkluit: onderdeel van de Golf van Alaska en met een prachtige kustlijn van zo’n slordige 5000 km. Die inham ligt heerlijk ingenesteld tussen de Chugach bergen en het Kenai schiereiland en heeft als eyecatcher de Columbia Glacier, weer zo een patat van een gletsjer die over een breedte van 10 km in de Prince William Sound uitkomt. Als ge chance hebt met het weer kunt ge heel wat beestjes zien (tenminste met een verrekijker en een beetje geduld): zwarte beren, bruine beren, arenden, allerlei soorten walvissen, dolfijnen, zeeotters, zeeleeuwen, puffins (!) en uiteraard heel veel vissen en vogels. Helaas is de natuur daar nog altijd niet honderd procent bekomen van de ramp met olietanker Exxon Valdez in 1989 toen er ongeveer 100 miljoen ton ruwe olie in zee terecht kwam in die Prince William Sound. Daardoor raakte een oppervlakte van maar liefst 1900 km kustlijn van Alaska vervuild en stierven 580.000 zeevogels, 5500 otters en robben en zeeleeuwen. Hallucinante cijfers met zware gevolgen voor een groot stuk ongerepte wildernis. Die 6 uur op de boot zijn al bij al vlotjes omgegaan. We zaten boven op het dek te genieten van het landschap en weer viel op hoe zen de mensen hier zijn. Ik heb al op verschillende ferries gezeten en meestal is dat een hectisch gedoe met luidruchtige mensen die elkaar omver duwen voor de beste plekjes op die boot en met ne hoop jengelende jeung die voor u inlopen, maar hier was alles heel rustig en gemoedelijk. Een babbelke hier, een babbelke daar, very chill. Toen we in Whittier aankwamen, moesten we eerst door een tunnel door een berg heen, maar vermits dat ding maar 1 rijstrook had die dan ook nog gedeeld moest worden met de tegenliggers en met treinen, duurde het effe voordat we daardoor waren. Maar de rit naar Seward, waar we nu twee nachten slapen, was weer de moeite. Zee en gletsjers, donkere bergen, veel groen, hier en daar een gehuchtje... Onze cabin is klein maar schattig en ligt midden in het bos of course, vlakbij zee, met de toepasselijke naam Serenity by the Sea - glacier bear.... morgen doen we een cruise in het Kenai Fjords National Park en we gaan niet van die boot af tot we een walvis en een puffin gezien hebben! By the way: de hittegolf lijkt hier voorbij te zijn. Het regent een beetje en het is ettelijke graden minder, maar dat is goed nieuws want er is nog steeds een brand actief op dit schiereiland en een paar dagen geleden was de rook hier nog heel grellig. We voelen ons met deze temperaturen eindelijk een beetje in Alaska....

On the road to Valdez

Niet veel te vertellen vandaag wegens weer een dagje on the road. Ik denk dat we ongeveer 7 uur gereden hebben met amper een stop omdat er gewoon helemaal niks langs de weg lag om te stoppen, tenzij een schroothoop (tenminste dat denken we toch, het kan ook een woning geweest zijn), autokerkhof, kerkske of een barakske waar ge jerky kunt kopen. Dat zijn zo van die keiharde rubberachtige gezouten gedroogde vleesstokskes waar ge ofwel urenlang kunt op zabberen ofwel uwe tand verliest als ge erop probeert te bijten. En ook al was er best wel wat variatie in die dingen in aanbod: elk, moose of reindeer, zijn we toch maar verder gereden op zoek naar iets anders...... Het is echt niet te vatten hoelang ge hier kunt rijden zonder iets tegen te komen. Ok, Alaska is 1,717,856 vierkante km groot en er wonen 735,720 mensen, dus ze moeten al wreed moeite doen om overal een zaakske uit te baten waar ge iets kunt eten of drinken, maar toch. Ondanks het zeer schaarse aanbod aan roadside entertainment, is het uiteraard fantastisch om gewoon wat rond te bollen in Alaska. We hebben een paar uur over de Glenn Highway gereden, dat zegt u uiteraard niks, maar neem van ons aan dat het een hele scenic drive is. Alaska is gewoon 1 groot natuurpark en ge passeert langs honderden beekskes en rivierkes en bergen en gletsjers en bossen. Dan volgde de Richardson Highway waar ge opnieuw stukskes van die pijplijn ziet lopen - want dat ding volgt u tot in Valdez - en waar ook ne mega gletsjer langs ligt, de Worthington Glacier. Er waren vandaag wel heel wat wegenwerken. Dat is ook zo typisch Amerikaans: er staan dan voor en na die werken mensen met een bord te zwaaien dat ge moet stoppen en als ge terug verder moogt rijden, moet ge wachten op de zogenaamde pilot car om u te begeleiden, precies of ge zou alleen de rijstrook niet meer terug vinden. Maar zelfs die mensen, die nu niet bepaald een job hebben om jaloers op te zijn, doen hun ding met enthousiasme en een eeuwige smile en ze doen zelfs moeite om een babbelke te komen slaan of te wuiven. Dat zie ik ze bij ons ook niet doen op de autostrade. Anyway, ik ben serieus in het luchtledige aan het zeveren, maar er is nu eenmaal niet veel gebeurd vandaag. Soms is er gewoon een dagje dat ons van A naar B moet brengen en is het een kwestie van te genieten on the road. We zijn uiteindelijk in Valdez beland, een havenstadje waar we morgen de ferry pakken naar het mooie Kenai schiereiland. Valdez was ooit een goudzoekersstadje en heeft daarna haar boost gekregen door de eindhalte te zijn van die Alaska Pipeline. Er is een grote oliehaven aangelegd en er vertrekken ferries die door de prachtige Prince William Sound varen. Voor de rest is het gewoon een typisch Alaskaans dorpje met een paar restaurantjes en winkeltjes rond een soort kanaalkom. Voor ons is het gewoon een nachtje tussenstop om optijd die ferry te kunnen nemen morgen, want als we die missen, hebben we een probleempje. Sleep tight.

Matanuska Glacier: up close and personal!

Opnieuw een hoogtepuntje van onze trip vandaag en de oorzaak van de mega-omweg die we bewust gemaakt hebben richting Valdez: de Icefall Trek op de Matanuska Glacier! It was worth every extra mile. Het deed deugd om weer eens te hiken en sportief bezig te zijn, zeker in zo een sublieme omgeving. We zijn sinds IJsland sowieso grote fan van glaciers omdat die daar nu eenmaal zo heerlijk wit en ijsblauw liggen te schitteren tussen zwarte bergen en een indrukwekkend wolkendek. Dat kleurenpallet alleen al en de kracht van zo een ding maakt je even heel erg klein en stil. En omdat we toch in Alaska waren, hadden we zoiets van “laat ons es even zo een glacier bewandelen”. Dat is een van de beste beslissingendie we ooit genomen hebben, want het was echt zalig! We hadden weer een heel tof menneke als gids, een Athabascan indiaan vermoeden we. We kregen eerst de nodige peptalk en gepaste uitrusting (stevig schoeisel, helmke en crampons, dat zijn zo van die ijzeren pinnen voor onder uw schoenen om uw lijf stevig in het ijs te steken als ge wandelt). We kregen een hele uiteenzetting over soorten gletsjers en soorten ijs en vooral over de gevaren van zo een wandeling op een gletsjer. Om een voorbeeldje te geven: daar lag zo een plaske water en we hadden al de neiging om onze modderige bottekes daar wat in af te spoelen tot onze gids zijn peilstokske in dat gat peuterde en vaststelde dat het een wreed diep bodemloos ding was, een moulin. Daarnaast waren er ook her en der zogenaamde crevasses, die enorme spleten waar ge beter uit weg blijft. De wandeling zelf duurde 3 uur en het was dikwijls wat getaffel en gesukkel, vooral omdat er nu eenmaal geen elegante manier bestaat om over die spleten te springen. De uitzichten en de rust en stilte in de nabijheid van die gletsjer gaven weer een ferme portie zen. We hebben zelfs water afgetapt uit dat ding en dat smaakte heerlijk. En om dit idyllische plaatje helemaal te vervolledigen, kwam de zon ook nog te voorschijn zodat het wit en blauw van de gletsjer nog veel mooier werden. Enfin, we laten de foto’s voor zich spreken..... Wij vinden ze alvast fantastisch mooi! Nu nog wat kokerellen en nagenieten in ons heerlijke huisje en de laatste happen zuivere lucht meepikken. Morgen rijden we naar Valdez en verblijven daarna nog een weekje op het Kenai Peninsula, waar helaas nog steeds heel veel rook hangt van de branden. But we will cross that bridge when we come to it. Thanks for listening....




On the road again.... to Matanuska Glacier

Vandaag hebben we vrijwel de ganse dag gereden. De geschatte 500 km waren er om een of andere bizarre reden heel wat meer en de wegen hier zijn net iets anders dan de E313 waar ge tegen 140 kunt doorscheuren. We zijn even gestopt aan North Pole, waar de kerstman woont. Dat is een gigantische souvenirshop vol kerstspullen met bakken kitsch en glitter en een bejaarde Santa Claus die ocharme de ganse dag in dat shopke zit voor fotoshoots. Wij kropen dus op die mens zijne schoot want als ge zo een attractie bezoekt, moet ge ook all the way gaan, vinden we. Buiten staat een megagrote plastieken kerstman met ne lelijke kerstboom langs en that’s about it. Needless to say dat we snel weer on the road waren. Next stop: Delta Junction waar de noordelijke eindhalte van de Alaska Highway ligt. Deze legendarische highway loopt tot Dawson Creek in Canada en is 2237 km lang. Meer valt daar eigenlijk niet over te zeggen, alleen dat dat ook een schoon roadtripke is, maar dat is voor een ander keertje. We zijn dikwijls gestopt om een fotooke te trekken hier en daar want de natuur wordt weer wat zichtbaarder. Er hangt hier minder rook dan in Fairbanks en het heeft geregend, dus we kunnen even herademen. Wat vooral opviel langs de weg, buiten de duizenden kreekjes, meren, beboste bergen en ander natuurschoon, was hoe weinig hier bewoond is. We zijn urenlang amper een auto tegengekomen en ook geen winkelke of bar of tankstation. Toen na een paar honderd mijl een barakske opdook met een naftpomp en een bar, dachten we eerst dat het een fatamorgana was. Dat pompke was ouder dan de ontdekking van Amerika en ge moest binnen eerst een sleutelke gaan halen om een slotje open te pulken. We werden bediend door een vriendelijk meiske met een creepy dominante moeder dat ons smachtend bleef bekijken met zo een puppy blik van “neem me mee, ik wil weg uit dit hol”.... Hoogtepunt was daar blijkbaar een of andere tocht met sledehonden maar buiten die paar dagen actie op een heel jaar zat dat meiske gewoon te wachten tot er eens een trucker of toerist passeert. Het is echt surreal. We zitten nu in onze volgende cabin, en dat is de kers op de Airbnb-taart. De ligging is onbeschrijfelijk: vanop de veranda hebben we zicht op de Matanuska Glacier en een of andere rivier. We zitten hier weer zonder buren in alle rust en stilte. Het is ook met stip het allerproperste en gezelligste huizeke dat we tot nu toe gehuurd hebben. Genieten dus!